Stotteren

Wat is stotteren?

 

Stotteren is niet-vloeiend spreken.
Iedereen spreekt wel eens niet helemaal vloeiend, bijvoorbeeld als je snel iets wilt vertellen of gespannen bent.
Normale niet-vloeiendheid komt bij iedereen wel eens voor, je zegt ‘uh’ of je wacht even.
Dit verstoort de spraak meestal niet.
Mensen die stotteren spreken ook niet-vloeiend, maar zij maken meer en andere onvloeiendheden die we ‘stotters’ noemen.

Stotteren lijkt te maken te hebben met een stoornis in de timing van spraakbewegingen.
Tweehonderd spieren moeten bij spreken op het juiste moment de juiste beweging maken.
Bij een stotterend kind beginnen de ingewikkelde spraakbewegingen regelmatig te vroeg of te laat.
De hersenen proberen de verkeerde inzet bij te sturen terwijl het kind nog aan het spreken is.
Verlengingen en herhalingen zijn het gevolg.
Een ander recent onderzoek wijst uit dat stotteraars meer fouten maken bij het omzetten van een bepaald woordbeeld in klanken.
De hersenen proberen dit bij te sturen, maar als de stotteraar sneller spreekt dan hij eigenlijk aankan, ontstaan hierdoor haperingen.
Een stotterend kind heeft altijd een minder goede aanleg voor het maken van spraakbewegingen, maar niet elk kind met een minder goede aanleg voor spraakbewegingen, zal ook gaan stotteren.
De aanleg komt dus niet altijd tot uiting.
Vaak zijn er andere dingen nodig om stotteren uit te lokken (bijv. reacties uit de omgeving die spanning veroorzaken, bepaalde karaktereigenschappen als bijv. perfectionisme, of de neiging om op emotionele spanning te reageren met stotteren).

Mogelijk kenmerken van stotteren zijn:

Hoorbare kenmerken

– Herhalen van klanken, woorddelen of woorden
– Verlengen van klanken
– Blokkeren of vastzitten op een klank
– Het maken van bijgeluiden
– Gebruik van aanloopwoorden, stopwoorden en synoniemen
– Verstoring van de adem

Zichtbare kenmerken

– Opvallende spanningen
– Bijbewegingen in het gezicht
– Meebewegen met handen of ledematen
– Transpireren

Bijkomende verschijnselen

– Vermijden van spreeksituaties
– Vermijden/omzeilen van woorden en/of klanken
– Vermijden/omzeilen van bepaalde (moeilijke) woorden
– Spanning
– Gebrek aan zelfvertrouwen
– Schaamte
– Depressie

Beginnend stotteren

 

Stotteren begint meestal bij kinderen tussen de twee en zeven jaar.
Veel kinderen maken in de periode dat de taalontwikkeling goed op gang komt, zo ongeveer tussen de 3 en 5 jaar, een periode door van onvloeiend spreken.
Het gaat hierbij meestal om normale niet-vloeiendheden.
De motorische ontwikkeling van het mondgebied kan soms nog achter zijn t.o.v. de taalontwikkeling.
Kinderen hebben al veel woorden in hun woordenschat waarbij er ook motorisch ingewikkelde woorden zijn zoals: bibliotheek.
Alleen is het motorische systeem er nog niet aan toe om deze ingewikkelde bewegingen te maken.
Ten tweede kan in de taalontwikkeling het begrijpen van taal al veel verder zijn dan het gebruiken van de taal.
Het kind weet dan in zijn/haar hoofd wat het zeggen wil maar weet het niet te verwoorden.
Ten derde maakt het leven van een kind in die fase soms grote veranderingen door; hij/zij gaat naar de basisschool.
Dit kan een spanningsvolle periode zijn voor een kind waardoor er ook bij het spreken veel spanning komt.

Risicofactoren

 

De meeste kinderen die in deze fase onvloeiend spreken zullen niet gaan stotteren; gemiddeld gaat het bij 90% weer voorbij.
Er zijn echter kinderen die een risico lopen tot het ontwikkelen van blijvend stotteren.

Factoren die blijvend stotteren in de hand kunnen werken zijn:
– wanneer één van de ouders (of allebei) stottert of gestotterd heeft
– wanneer er meerdere mensen in de familie stotteren
– wanneer het een jongetje is (er stotteren gemiddeld 4 keer zoveel mannen als vrouwen).

Risicofactoren voor stotteren zijn wanneer het kind:
– met veel spanning stottert
– blokkeert tijdens het spreken
– delen van woorden of hele woorden regelmatig meer dan 3 keer herhaalt
– vermijdingsgedrag vertoont.

Het is verstandig om hulp te zoeken als:
– u zich zorgen maakt over het haperen / stotteren van uw kind.
– het praten niet lukt bij uw kind; hij/zij loopt zo vast dat de woorden er niet meer uitkomen.
– u merkt dat uw kind er op reageert. Dit kan zich uiten in: verdrietig worden, boosheid en zich terug trekken.
– u merkt dat andere kinderen (uit uw gezin) of mensen uit uw omgeving er op reageren en/of zich er mee bemoeien.

Bij twijfels over stotteren bij kinderen is het belangrijk advies te vragen, door vroeg in te grijpen kunnen ernstige stotterproblemen worden voorkomen.

Klik hier voor de Screeningslijst voor Stotteren, bedoeld voor kinderen.

Bij uitzondering kan iemand op latere leeftijd gaat stotteren.
De aanleiding hiervoor kan vaak gevonden worden in een plotseling optredend emotioneel trauma, zoals het overlijden van een geliefde of een ongeluk.
Er zal geen gewoontevorming optreden bij een goed (begeleid) verwerkingsproces.
Soms begint stotteren in de puberteit.
Ook dan is het zaak om snel een logopedist/stottertherapeut te raadplegen om de oorzaken te analyseren en eventueel behandeling te starten.

Wat doet de logopedist?

 

De logopedist zal een onderzoek doen naar het stotteren om te bekijken wat het stotteren mogelijk veroorzaakt en in stand houdt.
Zijn er problemen op het gebied van de spraakmotoriek, zijn er emotionele factoren, omgevingsfactoren of combinaties daarvan?
Nagegaan wordt hoe het stotteren zich heeft ontwikkeld en in welke fase het stotteren is.

Bij het samenstellen van het behandelprogramma zal er rekening mee gehouden worden in welke fase het stotteren zich ontwikkeld heeft.
Bij (jonge) kinderen worden de ouders/verzorgers en vaak ook het gezin altijd bij de behandeling betrokken.
Soms bestaat de begeleiding uit indirecte therapie, waarbij de omgeving van het kind adviezen krijgt over welke manier van spreken men kan gebruiken om voor het kind een ontspannen spreeksituatie te scheppen.
Het kind kan ook zelf direct behandeld worden, maar niet zonder medewerking van zijn omgeving.

Bij jongeren of volwassenen bij wie het stotteren zich al verder ontwikkeld heeft, is het scheppen van een ontspannen spreeksituatie vaak niet meer voldoende.
De logopedist/stottertherapeut doet dan eerst uitgebreid onderzoek.
Hierbij wordt het stotteren in kaart gebracht: het hoorbare en zichtbare stottergedrag, uitlokkende en/of in stand houdende factoren.
Ook wordt er gekeken naar de manier waarop de persoon omgaat met het onvloeiend spreken en hoe de directe omgeving reageert op het stotteren.

In de therapie gaat het er dan om de vaardigheden te veranderen of te verbeteren zodat het spreken vloeiender verloopt.
Dit kan zijn door bijvoorbeeld de spraakmotoriek te oefenen, maar ook door specifieke spreektechnieken te oefenen.
Daarnaast zal aandacht besteed worden aan het emotionele aspect, de beleving, van het stotteren.

Twijfels over stotteren?

Logo Logopediepraktijk Marian Walraven

Locaties

Boekel

Zwaluwlaan 11
5427 VS Boekel

Handel

Johannes Keijzershof 2
5423 TX Handel

Venhorst

St. Josephplein 7
5428 GL Venhorst

Algemeen

telefoonnummer