Vertraagde spraakontwikkeling

Algemeen

 

Jonge kinderen spreken de woorden meestal onvolledig uit.
Bijvoorbeeld ‘toe’ voor ‘stoel’ of ‘ba’ voor ‘bal’.
Dat hoort bij de normale spraakontwikkeling.

Sommige kinderen blijven langer dan normaal uitspraakfouten maken.
Zoals bijvoorbeeld:

  • het verkeerd uitspreken van een bepaalde klank (‘raam’ wordt ‘laam’),
  • het vervangen van een bepaalde klank (‘vis’ wordt ’tis’),
  • het weglaten van klanken (‘stoel’ wordt ‘toel’)
  • of problemen met het uitspreken van woorden en/of zinnen (‘ik heb gewonnen’ wordt ‘ik heb wonnen’).

Wanneer een jong kind in zijn spraak duidelijk achterblijft bij leeftijdgenootjes noem je de spraakontwikkeling vertraagd.
Het kind spreekt (nog) niet of opvallend minder.
Hij spreekt in enkele woorden of korte zinnen en zijn omgeving vindt het lastig om het kind te verstaan en te begrijpen.
Soms begrijpt het kind niet goed wat er gezegd wordt.

Een vertraging in de spraakontwikkeling geeft problemen: het kind wordt door de omgeving niet begrepen en het kan zich niet goed uiten.
Dit kan tot gedragsproblemen leiden: het kind wordt opstandig en driftig als het niet begrepen wordt of het gaat zich juist steeds meer terugtrekken.
Ook het leren op school kan moeizamer verlopen.

In de leeftijd van 2 tot 4 jaar is de spraakontwikkeling in volle gang.
Kinderen hoeven met 2 jaar nog niet alle klanken te kunnen zeggen, maar kinderen van 4 jaar wel.

Meestal zijn het de ouders of verzorgers, leidsters op kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, creches of leerkrachten die zich op een bepaald moment zorgen maken over het spreken van het kind.
Als een kind onduidelijk spreekt of heel veel klanken niet uit kan spreken en hierin geen verandering laat zien, is advies van een logopedist zeker op zijn plaats.
Als het kind zich gaat terugtrekken, boos of verdrietig wordt omdat het niet begrepen wordt, is het ook verstandig om een logopedist in te schakelen voor onderzoek, advies en zo nodig behandeling.

Oorzaken

 

Een vertraagde spraakontwikkeling kan op verschillende manieren veroorzaakt worden, zoals:
•    Te slappe articulatiespieren;
Door slappe mondspieren kan het kind klanken soms niet duidelijk uitspreken en is daardoor onverstaanbaar.
•    Afwijkingen in de bouw van het mond- en keelgebied;
Bijv. een schisis of een te kort tongriempje
•    Onvoldoende controle over de articulatiespieren;
Door bijv. een neurologische stoornis (o.a. aangeboren spasticiteit) kunnen de hersenen de articulatiespieren zoals lip-, tong- en kaakspieren niet goed aansturen.
•    Onvoldoende gevoel in het mondgebied;
Dit komt vaak voor bij kinderen die te vroeg geboren zijn of al jong ernstig ziek zijn geweest.
•    Onvoldoende spraakaanbod vanuit de omgeving;
Om klanken goed te kunnen leren, is het belangrijk dat het kind veel spraak hoort in zijn omgeving.
Een kind heeft veel aanbod nodig om de klank te horen.
Ook moet het kind voldoende de gelegenheid krijgen de klanken te oefenen.
Bij onvoldoende stimulatie vanuit de omgeving van het kind, kan het zijn dat een kind klanken niet of niet goed aanleert.
•    Stoornis in de auditieve verwerking;
Een kind kan moeite hebben met het herkennen van een klank.
Als een kind bijv. het verschil niet hoort tussen /dak/ en /tak/, zal het daar ook moeite mee hebben wat betreft de uitspraak.
•    Meertaligheid;
Kinderen kunnen moeite hebben met het uitspreken van Nederlandse klanken, vooral als deze klanken in de eigen taal niet voorkomen.

Maar het komt ook voor dat het kind slecht spreekt zonder dat er een duidelijke oorzaak voor gevonden wordt.

Wat doet de logopedist?

De logopedist doet uitgebreid onderzoek naar de taal en de spraak van het kind.
Daarbij worden ondermeer gestandaardiseerde testen gebruikt.
Verder kan er aanvullend onderzoek en eventueel behandeling door een kinderarts, KNO-arts of een multidisciplinair team op een audiologisch centrum nodig zijn.

De logopedische behandeling is indirect en/of direct.
Bij een indirecte therapie legt de logopedist de ouders uit hoe ze het kind tot spreken kunnen stimuleren.
Bij de directe logopedische behandeling staat de wisselwerking tussen kind en logopedist centraal.
De logopedist traint het taalbegrip en verbetert het luistergedrag; er wordt gewerkt aan de woordenschat, de zinsbouw en de uitspraak.
Binnen de behandeling zullen ook luisteroefeningen gedaan worden waarbij het kind leert minimale verschillen tussen woorden en klanken te onderscheiden.
Verder zal met het kind geoefend worden om de juiste uitspraak te leren van voor het kind moeilijke klanken en klankcombinaties.
Als het nodig is zal ook de mondmotoriek getraind worden.

Bij kinderen die nog niet of nauwelijks spreken krijgen de voorwaarden om tot spreken te komen aandacht:
het gebruiken van taal voor een bepaald doel, het imiteren van een ander, het oogcontact, het nemen van beurten.
De ouders of verzorgers worden zoveel mogelijk bij de behandeling betrokken.
In de therapie wordt rekening gehouden met de totale ontwikkeling van het kind, de eventuele bijkomende problemen en de mogelijkheden in het gezin van het kind.

Het resultaat van de behandeling hangt onder andere af van de oorzaak van de vertraagde ontwikkeling.
In het algemeen geldt dat een vertraagde spraakontwikkeling goed te behandelen is, zeker als de problemen al op jonge leeftijd onderkend worden.
Kinderen kunnen hiervoor al voor hun tweede levensjaar terecht bij de logopedist.

Vragen over de spraakontwikkeling?

Logo Logopediepraktijk Marian Walraven

Locaties

Boekel

Zwaluwlaan 11
5427 VS Boekel

Handel

Johannes Keijzershof 2
5423 TX Handel

Venhorst

St. Josephplein 7
5428 GL Venhorst

Algemeen

telefoonnummer